- Insecten die eten van bespoten planten, kunnen daar dood van gaan. Biologische kwekerijen bieden een onbespoten alternatief voor tuiniers.
- Biologisch hoeft niet duurder te zijn, vinden ze bij een Utrechtse kwekerij. Zolang je je eigen grond maar bezit en direct aan de klant levert.
- Toch blijkt het moeilijk de huidige, grote marktvolumes biologisch te leveren, vanwege het risico op plagen. “We moeten op een andere manier naar de tuin kijken.”
- Lees ook: Koop je biologische of gewone planten voor je tuin? Dit is het prijsverschil
De zon breekt door het wolkendek heen, als Reinier van Houtum (38) over de velden van zijn kwekerij in Doorn loopt. Hier, tussen de bossen in de provincie Utrecht tuiniert de familie Van Houtum al bijna dertig jaar volledig biologisch.
Dus zonder chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en bijvoorbeeld groeiversnellers, daar wil Van Houtum niet aan. Voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal waarschuwt consumenten liever geen chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken, omdat ze giftig zijn voor het grondwater en insecten.
De Wageningen Universiteit noemt de vervuiling van de natuur door voedingsstoffen en chemische bestrijdingsmiddelen “een van de belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsverlies”.
Bioteler Van Houtum spuit zelfs geen gif op paden
“Al zou ik alleen op de paden spuiten, dan al zou dat indruisen tegen al mijn principes”, zegt de dertiger. Even verderop is zijn zus Marcelle (32) druk bezig met de hand onkruid te verwijderen. “We doen het meeste hier handmatig.”
Het familiebedrijf produceert jaarlijks zo'n 60- tot 80.000 vaste buitenplanten. "Vooral aan particulieren met een tuin, die mooi opgekweekte planten willen hebben", zegt Van Houtum. "Het idee is dat je ze in de tuin zet en ze het tien jaar later nog doen, mits je de grond goed verzorgt."
Bij veel op grote schaal geproduceerde planten voor tuincentra merkt Van Houtum juist een gebrek aan kwaliteit op. "Bij een stevige vorst in het voorjaar is de kans groter dat die planten het lastig krijgen."
Het was Reiniers vader Jan van Houtum (70) die de kwekerij al in de jaren 90 begon. Senior Van Houtum was indertijd tevens hovenier, maar was niet altijd te spreken over het aanbod aan planten. Lang niet al het groen waar hij mee wilde werken, was op voorraad en de kwaliteit van de planten was soms laag. De planten bloeiden soms amper.
De hovenier besloot daarop zijn eigen planten te kweken, zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen. Enkele jaren pachtte hij grond, maar in 1995 kwam een perceel van een voormalige kerstbomenkwekerij in Doorn beschikbaar. Reiniers vader besloot dit te kopen, waarna Kwekerij Van Houtum was geboren.
Op een stuk grond van ruim een hectare kweekt de familie Van Houtum nu allerhande buitenplanten: van akelei tot monnikskap en van korenbloem tot aste. Achter de kwekerij bezit de familie zelfs nog zo'n anderhalve hectare bos, dat onaangeroerd moet blijven - daar regeert de natuur.
"Er gaat veel bloed, zweet en tranen zitten in de kweek", zegt Van Houtum. "Dat kun je beter op eigen grond doen dan op grond die je pacht."
Eigen grond en directe verkoop drukt prijs bioplant
Zoiets drukt ook de prijs van je product, meent Van Houtum. Het gros van de biologische planten heeft zijn bedrijf voor 3,50 euro per stuk in de verkoop staan. "Dat kan, omdat de grond is inmiddels is afbetaald. Als jij een nieuwe kwekerij begint en je moet hoge pachtprijzen betalen, dan doet dat ook iets met de prijs."
Hij wijst naar zijn tuin, waar telkens twee rijen met planten staan opgesteld. De ene rij bestaat uit planten van twee jaar oud en de andere uit kleinere planten van nog maar een jaar oud. Uit de volwassen planten stekt en scheurt hij weer nieuwe planten, legt Van Houtum uit. "Ook kan ik er zelf zaden van winnen, waardoor we de kosten weer drukken. Het feit dat we daarbij direct aan de eindgebruiker verkopen, drukt tevens de prijs."
Biologische planten worden vaak juist duurder in de markt gezet dan niet-biologische planten in tuincentra, analyseerde Business Insider Nederland eind april. Gespecialiseerde webshops zoals Sprinklr bieden de planten al snel aan voor het dubbele van de prijs.
Dit soort webshops moeten de planten volgens Van Houtum ook nog naar klanten vervoeren, ze bieden informatie over biologisch tuinieren en investeren in online marketing via Google. "Het is logisch dat daar een andere prijs bij hoort, omdat ze een maatschappelijke functie vervullen. Bovendien maken ze dit soort planten beschikbaar voor mensen die geen auto hebben."
"De Intratuin koopt juist op grote schaal planten in zonder te veel aan marketing te doen", vervolgt Van Houtum. "Daar profiteren ze ook van. Kwaliteit van de planten staat er bovendien niet altijd voorop. Het verklaart wel waarom hun planten goedkoper zijn."
Niet iedere kwekerij zonder biokeurmerk gebruikt gif
Kwekerij Van Houtum heeft een officieel biologisch keurmerk van zelfstandig bestuursorgaan Skal, dat periodiek bij de tuinders met het keurmerk langskomt, om te controleren of zij zich wel aan de regels houden.
Hoeveel kwekerijen in Nederland zo'n Skal-keurmerk hebben, is onbekend. Skal reageert niet op persvragen van Business Insider Nederland. Het Algemeen Verbond van Volkstuindersverenigingen in Nederland merkt zeventien Nederlandse kwekerijen aan als biologisch gecertificeerd.
Niet alle partijen die zonder bestrijdingsmiddelen stellen te werken, hebben een biologisch keurmerk. Zo'n keurmerk kost ook gewoon geld. Zo'n 1.500 euro per jaar, schat Van Houtum de kosten voor zijn bedrijf in.
Laten we het keurmerk los, dan zouden ruim 590 kwekerijen in Nederland zonder bestrijdingsmiddelen werken. Dat blijkt althans uit een selectie van Biotuinwijzer.nl, waar Sprinklr naar verwijst. Maar goed, wie geen keurmerk heeft, wordt ook niet gecontroleerd.
Bestrijdingsmiddelen nog altijd alledaags
Dat er in de tuinderij nog altijd volop chemische bestrijdingsmiddelen lijken te worden gebruikt, werd begin april onderstreept door een fotoreportage vol dode sprinkhanen en krekels in De Volkskrant.
Ze wilde insecten grootbrengen met blaadjes van alledaagse planten uit het tuincentrum om de hoek, maar na het eten van die bespoten planten bleken de meesten al snel het loodje te leggen. Toen ze de insecten van biologische planten liet eten, gebeurde er niets.
Reguliere tuinders bespuiten hun planten in de regel om insecten en schimmels op afstand te houden. Zo voorkomen ze dat hun oogst mislukt, met soms een kerkhof aan dode insecten als jammerlijk bijeffect.
Chemische bestrijdingsmiddelen heeft zijn bedrijf nergens voor nodig, stelt Van Houtum. "Ik wil gebruikmaken van wat de ecologie mij hier biedt. Als ik dan met de gifspuit aan de gang zou gaan, zou ik dat juist kapot maken."
Volumes produceren zonder gif blijkt uitdaging
Maar goed, hij heeft ook makkelijk spreken, beseft Van Houtum. "Wij hoeven niet honderdduizenden planten te kweken, die tegelijkertijd gereed moeten zijn. Op een klein perceel hebben we zo'n 800 verschillende soorten vaste planten door elkaar staan."
Grote kwekerijen groeien in hun kassen vaak maar een beperkt aantal soorten voor de massa, stelt Van Houtum. "Je krijgt dan een monocultuur, waarbij de kans op een plaag toeneemt - vergelijk zoiets maar met corona. Zo'n plantenziekte kan heel snel gaan."
De grote kasbedrijven moeten deze grote volumes produceren, omdat tuincentra in de lente bloeiende planten in het schap willen, legt Van Houtum uit. "Tuincentra willen dan in één keer veel planten inslaan. Het idee daarbij is dat consumenten zodra het lente is hun tuin in de bloei willen hebben. Om daar aan te voldoen, moeten leveranciers werken met groeiversnellers en misschien ook bestrijdingsmiddelen."
Oplossing: tuinier met de seizoenen mee
Dat al het groen in de lente al spic en span in de bloei moet staan, daar willen ze in Doorn dan ook vanaf. "Onze filosofie is dat je moet tuinieren met de seizoenen mee", zegt Van Houtum.
Op die manier kun je volgens hem ook eenvoudiger met kleinere volumes werken. "Niet alles staat gewoonlijk op hetzelfde moment in de bloei. Wat nu nog klein is en niet staat te bloeien, komt later in zijn natuurlijke habitat tot wasdom. In de zomer of in het najaar, dan staan ze prachtig te bloeien."
Toch loopt Van Houtum daarbij geregeld aan tegen een muur van limiteringen. "Gemeenten vragen weleens om beplanting voor bijvoorbeeld 800 vierkante meter. Ik moet dan heel vaak 'nee' verkopen, want dat zijn héél veel planten. Ik bedien dan liever mijn particuliere klanten."
Biologische kwekerijen kunnen we volgens Van Houtum het beste vergelijken "met de biologische boerderij in de buurt". "Je kunt er wel je eieren, boter, stukje vlees en soms zelfs een brood halen, maar ze zullen niet de hele Albert Heijn gaan voorzien. Dat redden ze simpelweg niet met hun perceel."
Of biologische tuinders ooit de traditionele markt van de tuincentra kunnen bedienen, daar heeft Van Houtum dan ook een hard hoofd in. "Ik geloof er wel in dat steeds meer grote partijen richting biologisch zullen bewegen. Maar of ze er dezelfde volumes mee kunnen bedienen als ze nu doen? Ik geef het ze te doen, dat wordt erg lastig."
Plant met hapje eruit is óók natuur
Willen we echt toe naar een tuinbranche zonder bestrijdingsmiddelen, dan moet volgens Van Houtum ook de consument stappen zetten. "Die moet soms bereid zijn planten te kopen waar eens een vlekje in zit of waar een hapje uit genomen is. Het blijft immers natuur."
Maar het belangrijkst is en blijft volgens Van Houtum dat we afzien van het traditionele idee dat de tuin in de lente in de bloei staat. "De consument moet zeggen: joh, de ene plant bloeit in maart en de andere in september. Zeg dus niet in mei: ik wil dat de tuin er nú goed uitziet, want zo werkt de natuur niet."
"Door op een andere manier naar de tuin te kijken, hoeven we de boel niet op te jagen. Dan hoef je al die kunstmest, groeiversnellers en andere rotzooi niet te gebruiken."